Van Nederlandse en Nieuw-Zeelandse afkomst (geboren in 1960) groeide ik op op een boerderij in Taranaki, (Aotearoa) Nieuw-Zeeland. Ik ging van school om in een slachthuis te gaan werken. Ik moest de vooroordelen van mijn arbeidersachtergrond en een ongelukkige kindertijd overwinnen voordat ik moedig genoeg was om naar de kunstacademie te gaan. Ik had geluk. Ik ben er van overtuigd dat deze achtergrond de hoofdoorzaak was waarom ik nooit Abstract Expressie als werkvorm kon accepteren. Mijn werk is altijd doordrongen geweest van het verhalende.
|
|
Deze regels komen uit het gedicht New Vessels (1987) dat geschreven is door Sen McGlinn. Fire and Rain was een van de series van ongeveer 20 beelden die dit epische gedicht illustreerden. |
|||||||||||
Greetings Mother was een andere tekening uit deze serie. Het schilderij dat hier is afgebeeld was een verwerking van mijn heimwee naar alles wat met Maori te maken heeft. Hier lopen mensen op het land en beheersen en controleren het. In Aotearoa (Nieuw Zeeland) verpersoonlijken we het land. Papatuanuki is onze moeder.
Mijn eerste werken in Nederland waren antwoorden op de psychologische en spirituele kou die ik hier voelde. Mijn He Matua (Ouder)-afbeeldingen werden bozer en bozer. Schreeuwend om contact, ze uitdagend je in de ogen te kijken. Ik was er verbaasd over hoe kwaad ze waren en hoe moeilijk ik het vond hier te leven. Ze waren ook directe antwoorden op het gevoel dat ik had als een man te moeten schilderen om serieus genomen te worden door mijn leraren. Mij werd gezegd objectief te schilderen en met een grote verfkwast! |
Deze Matua waren een aanpassing van de Nieuw-Zeelandse Maori poupou (voorouder)-figuur, die vaak verticaal werd uitgehouwen (de ene onder de andere, en die het erfgoed van een volk of stam weergaven). Ik gebruikte een geïsoleerde figuur in een vaag overgangsgebied waar de tong een hand werd die zowel naar een (baarmoederachtige) ruimte reikt als deze creëert voor een vrouwenlichaam. De meeste mensen zagen hierin exotische monsters die je niet serieus moest nemen. Ik werd er niet goed van dat ze monsters genoemd werden en dus stopte ik ermee ze te maken en begon meer directe tekst in mijn werk te gebruiken. |
|
Ik was boos op het flagrante sexisme van de schilderafdeling en gebruikte opzettelijk de kip/ei-symbolen en door subjectieve kleur en vorm te gebruiken, om het verhaal een draai te geven. Ik vocht tegen het idee van het 'universele' zoals dat werd uitgedragen door mijn mannelijke leraren. Het was moeilijk omdat niemand scheen op te merken waar ik mee bezig was. |
Mijn werk kreeg |
|
Ik
nam een doek, beplakte het met krantenpapier en streek er teer op en sneed
daarna de woorden uit:: |
|