De Uitwisseling - Kolonisatie van Oxford

(1 tot 19 oktober 2002)

performances + installaties van Sonja van Kerkhoff

Vertaling: Natasja Lazoe – van Rijswijk
English version / Engelse versie

Ik was een van de zes Leidense kunstenaars, die uitgenodigd waren om drie weken naar Oxford te komen, binnen de context van een uitwisselingsprogramma tussen twee steden.
Ik besloot een serie performance projecten te doen in Oxford, waarbij in sommige projecten de plaatselijke bevolking als medium deelnam.


Kolonisatie van Oxford
- Verandering is een natuurwet
  Oxford koloniseren
met slakken

  Kolonisatie van Oxford
-De uitwisselingstafel
  Kolonisatie van Oxford
per boot
  Olonising Oxford
- (Voor)lezingen
4 oktober  4, 5, 7, 17 okt.
  8 oktober
  18 oktober   19 oktober

Oxford centrum
Ik vond het opmerkelijk te ontdekken dat Oxford één kruising heeft, dat als hart van de stad beschouwd kan worden. Al mijn performances vonden plaats rond of op deze kruising. De kruising wordt ‘Carfax’ genoemd, wat ook de naam is van een bewaard gebleven toren uit de 14e eeuw, die op een van de hoeken staat. Het woord komt waarschijnlijk uit het Latijn en betekent ‘vier-tands’. De linker pijl wijst de locatie aan van Cornmarket waar ik twee performances ("Kolonisatie van Oxford - Verandering is een natuurwet" en "Kolonisatie van Oxford per boot") opvoerde en waar ik de tafel ("De Uitwisselingstafel") geplaatst had. De rechter pijl verwijst naar de plaats waar de performance "Kolonisatie van Oxford met tekeningen" plaatsvond. "Olonising Oxford - (Voor)lezingen" vond plaats op de vier hoeken van Carfax.
Kolonisatie van Oxford door tekeningen
Voor Oxford Town Hall, op 3 oktober.


Een kunstenaar uit Oxford werkt op het voetpad
van St.-Aldate voor Town Hall.
De performance, 'Kolonisatie van Oxford door tekeningen' verlangde van plaatselijke kunstenaars te reageren op zwart-wit foto's van een buitenlandse plaats, met tekeningen van dat andere land, zoals ze die projecteren op hun eigen straten.

Het was een straattheateropvoering van culturele kolonisatie door een pretentieuze Hollandse kolonist, ikzelf. In Nederland is de straat voor veel kinderen hun speelplaats. Het tekenen op straat met dikke staven kleurkrijt is net zo Nederlands als klompen en windmolens.

Elk van de Oxfordartiesten kreeg een afbeelding van Leiden mee om op het trottoir te tekenen. Ik verschafte hen krijt en één artiest nam zijn eigen tekenmateriaal mee; inkt.

Mijn aanpak als kolonist was 'liberaal'. De artiesten waren vrij hun afbeeldingen te interpreteren naar hun eigen inheemse ideeën. Ze daarom toestaan hun eigen materiaal te gebruiken, was volledig op z'n plaats.
Boven en Onder:
Tekening van het Leids gemeentehuis
de Oxfordse Town Hall trappen afdalend.



Een van de artiesten in Oxford wilde vroeger starten om de eerste tekening te maken. Ze verzocht haar tekening van het Leidens stadhuis te maken op de traptreden van het stadhuis van Oxford.

Het concept voor deze performance beoogde meer de karakteristieken van Leiden te laten tekenen door inwoners van Oxford, dan de specifieke keuze welk gebouw waar zou moeten komen. Dus als een inwoner een bepaalde tekening op een bepaalde plaats wilde hebben, paste dat wonderwel in het concept van dit werk.

De gekoloniseerden zijn selectief en actief in het proces van kolonisatie.

Ik vroeg de kunstenaars om onderling te overleggen welke locaties ze voor hun tekeningen zouden kiezen en grenzen af te bakenen.

Enerzijds was het mijn bedoeling plezier te beleven en iets leuks te creëren voor passanten; een gekkigheidje op straat.
Anderzijds zat er een addertje onder het gras, in de zin van: welke uitkomst heeft koloniseren in het algemeen. Tot op zekere hoogte zijn we allemaal kolonisten en gekoloniseerden. Kolonisatie werkt altijd als in een tweerichtingsverkeer.

Kolonisatie van Oxford door tekeningen.

Ik zeg niet dat koloniseren goed of slecht is of dat het onschuldig is. In feite is geen enkele kolonisatie alleen voordelig of alleen nadelig.
Het verschil tussen uitwisselen en koloniseren is dat kolonisten het overwicht hebben.

Ik begon over deze zaken na te denken toen ik me opgaf voor deze kunstenaarsuitwisseling. Omdat ik naar Oxford ging voor een uitwisseling tussen steden wilde ik mijn werk relateren aan het thema uitwisseling.

Een uitwisseling vindt plaats in het geval van een ontmoeting met een ander persoon. Dat zette me aan het denken over wat er gebeurt als een persoon een ander ontmoet, in het bijzonder een ontmoeting met iemand van een andere cultuur.
Nederland en Engeland, beide koloniserende naties, hebben invloed gehad op andere culturen en zijn op hun beurt beïnvloed door mensen uit de gekoloniseerde gebieden, die naar het 'koloniserende moederland' toekwamen. Kolonisatie heeft niet alleen kwalijke gevolgen gehad en de invloeden gingen niet slechts in één richting. Wat is er Engelser dan thee, Hollandser dan koffie?
Dit proces heeft niet alleen plaatsgevonden tijdens het koloniale tijdperk. Tenslotte is Engeland gekoloniseerd (geweest) door de Noormannen, de Angelen, de Romeinen, de Vikingen, fast-food ketens en western jeans - en recentelijk nog door 6 Nederlandse kunstenaars.

Om deze redenen leek "Colonising Oxford" (kolonisatie van Oxford) een passende titel voor mijn performances binnen de context van deze uitwisseling.

Het was opmerkelijk dat ik voor mijn laatste performance deze titel niet mocht gebruiken. Een functionaris van de gemeenteraad in Oxford vond dat die titel een politieke lading bezat.


Kolonisatie van Oxford door tekeningen.



Kolonisatie van Oxford door tekeningen.

Terwijl de kunstenaars (en mijn definitie daarvan was: iedereen die zichzelf beschouwde als kunstenaar) aan het werk waren, was het mijn taak hen van materialen te voorzien, me ervan te verzekeren dat niemand hun werk verstoorde en de vrede te bewaren. Zo stond ik het ene moment agenten gerust te stellen en het volgende vragen te beantwoorden.

Als enkele tekeningen oprukten richting de weg, keek ik toe om te zien hoe de bussen daarop zouden reageren. Zolang ik daar was reden ze om de tekeningen heen!

De kunstenaars arriveerden in groepjes van twee of drie gedurende hun twee-uurs klus en maakten over het algemeen een of twee tekeningen.

Sommige kunstenaars (zie beeld links) improviseerden meer dan anderen. Toen deze kunstenaar om andere tekeningen heenliep markeerde ze haar eigen voetstappen. Een ander volgde met commentaarteksten op de beweging van de voetstappen. Op een ander punt hinkelden twee kunstenaars rond over andere tekeningen.

Later stond een andere kunstenaar, die ook de coördinator van deze kunstenaars-uitwisseling was, erop, dat ik door haar ongepast gevonden reacties zou verwijderen van het voetpad. Het ging om de voetstappen en teksten daarbij.

Ik voelde me hier ongemakkelijk bij: ik wilde geen censuur uitvoeren over de reacties van de gekoloniseerden en daarbij als kolonist, wilde ik geen vuile handen krijgen. Ik wilde niet oordelen welke effecten mijn kolonisatie had: dat zou indruisen tegen het de doelstelling die ik met dit werk voorhad. Toch bleef zij volharden in haar verzoek.

Een van de 'gekoloniseerde' kunstenaars zwabbert wat getekende voetstappen en teksten weg.

Kolonisatie van Oxford door tekeningen.

In mijn scenario, zou zij een van de gekoloniseerden zijn gebleven, die selectief konden beschouwen wat 'goed' zou zijn voor haar Oxford.

Maar zij vond dat ze mij zou moeten vertellen wat ik moest verwijderen. Zij probeerde het scenario van de performance te herschrijven door mijn gedrag als 'kolonist' te beïnvloeden. Haar argument was dat, omdat ze deze uitwisseling had georganiseerd, ze de inhoud moest controleren en beheersen, zodat toekomstige uitwisselingsprogramma's van kunstenaars tussen twee steden niet in gevaar zouden komen. Uiteindelijk bracht ze zelf een zwabber mee en nam de bewerking op zich. Ik voelde me opgelucht. Ik kon vasthouden aan mijn status als ‘weldadige’ kolonist.

Dit incident zette me wel aan het denken over mijn rol in deze performance en het doel dat ik trachtte te bereiken.

Het concept van 'kolonisatie van Oxford door tekeningen' ging over de rol die beelden uit het vaderland spelen. De specifieke tekeningen en woorden maakten niet uit. Daardoor gaf het me het gevoel strijdig te zijn met het concept van mijn werk, als ik de hand zou gaan houden in redactionele beslissingen over de reacties van de 'inheemsen'.

Kolonisatie gebeurt niet op het moment van onderwerping, in de plotselinge botsing tussen mensen, maar in het geleidelijk overnemen van alledaagse handelingen die volgt. Ik wilde met mijn werk de geleidelijke acceptatie en adoptie van nieuwe bronnen nabootsen, in activiteiten die heel vertrouwd en toegankelijk zijn: tekenen, het aanraken van artefacten, het maken van papieren boten en lezen.

Geven en nemen was ook een deel van dat proces. Ik zou niet succesvol zijn geweest als kolonist, als ik mezelf niet de ruimte had gegeven me aan te passen in reactie op de gekoloniseerden. Ik had niet de intentie kant en klare kunstwerken te importeren en in Oxford op straat te leggen.

Kolonisatie van Oxford door tekeningen.





Links zijn enkele tekeningen totaan de straat opgerukt. Zolang ik daar was, reden bussen om de tekeningen heen.

Anderen parkeerden hun fietsen.


Kolonisatie van Oxford - Verandering is een natuurwet
4 oktober, op Cornmarket.


Sonja van Kerkhoff in het nette witte jasje voert de "Verandering is een natuurwet" performance uit in Cornmarket, Oxford, 4 oktober, 2002. Foto's van: Hilary Kneale, U.K.

De volgende dag presenteerde ik mezelf als een Nederlandse kunstenaar met kunstvaluta als ruilmiddel. Iedere doorzichtige munt droeg de tekst 'Change is a Law of Nature'. Mijn taak was mensen te overtuigen van de waarde van deze valuta. Ondanks dat het leek alsof ik mensen aanmoedigde van mij te kopen of met me te ruilen, ontaardden we meestal in een discussie over zaken als ‘de waarde’ van iets of waarden. Wat ze daadwerkelijk aan het wegen waren was het vertrouwen dat ze in mij, de kunstenaar, gekregen hadden en via mij in het kunstobject.

De doorschijnende munten van weinig waarde, stonden symbool voor de uitwisseling die plaatsheeft in de immateriële economie als mensen werkelijk met elkaar communiceren.

Sonja van Kerkhoff in het nette witte jasje voert de "Verandering is een natuurwet" performance uit in Cornmarket, Oxford, 4 oktober, 2002. Foto's van: Hilary Kneale, U.K.

Dit was de zendingsmissie van deze koloniale inspanning. Willekeurig gekozen mensen die ertoe aangezet werden deel te nemen in performance kunst door een ontmoeting met mij via een gesprek over waardes.

Ik ontwikkelde deze performance in 1996 voor het 'Time-based' festival in Hull, en heb het sindsdien op meerdere plaatsen opgevoerd.

Meer over de "Change is
a Law of Nature" performances.




Mijn vorige performance van dit stuk deed ik in Santa Monica (Los Angeles) tijdens de doldwaze kerstshopping dagen in 2001. Dat was zwaar werk. In Oxford was het eenvoudig, de mensen waren erg open en gewillig te praten. Op deze manier voelde Oxford feitelijk relaxt, meer dorps dan stedelijk.



Sonja van Kerkhoff in het nette witte jasje voert de "Verandering is een natuurwet" performance uit in Cornmarket, Oxford, 4 oktober, 2002. Foto's van: Hilary Kneale, U.K.


Oxford koloniseren met slakken
Voor het Ashmolean museum, 8 oktober, 2002.


Op 8 oktober bracht ik 9 slakken naar buiten vanaf de voordeur van het Ashmolean museum.


De spiraalsgewijze teksten op de slakken in Nederlands of Engels, met een tikje Maori, zinspeelden op de veranderende tijden en perspectieven in de natuur, cultuur en de kunst.

De stoffelijkheid van de slakken contrasteerde met de enorme façade en het met de slakken afdalen van de treden symboliseerde het verplaatsen naar de wereld van de burgers.


Het waren de kleinere slakken van de 'Dans le jardin des beaux arts' installatie, die in verschillende plaatsen is tentoongesteld.
Zie: Hun 'premiere'

Sommige teksten waren toevalligerwijs van door Oxfords auteur, Lewis Carrolls geschreven 'Alice in Wonderland', ofschoon ik de teksten gekozen had omdat ze in relatie staan tot de betrekkelijkheid van kunst, natuur en cultuur.

De teksten waren:

In the garden of Fine Arts.
(vertaling: In de tuin van de verfijnde (beeldende) kunsten.)

"Well, I'll eat it," thought Alice, "either way I'll get into the garden."
(vertaling: "Goed, Ik zal het eten," dacht Alice, "ik zal hoe dan ook in die tuin geraken.")

Kunst is cultuur ineengestrengeld met de natuur, hoe vaak zij ook ontward lijkt te zijn.

Holding my breath to hang onto time - te wahi o nga hau iti.
(vertaling: de tijd, de plaats, het seizoen voor kleine/korte ademteugen)

"If it makes me smaller I can creep under the door."
(vertaling: "Als het me kleiner maakt, kan ik onder de deur door kruipen.")

"Daag jij mij uit!" lachte de haas.  

Portrait of the artist as a small black hole.
(vertaling: Portret van de kunstenaar als een klein zwart gat.)

"If it makes me larger I can reach the key."
(vertaling: "Als het me langer maakt kan ik naar de sleutel reiken.”)

de toekomst biedt de beste perspectieven.


Kolonisatie van Oxford - De uitwisselingstafel
4, 5, 7 en 17 oktober, op Cornmarket


Ik plaatste wat artefacten op een tafel in het midden van een voetgangersgebied gedurende de lunchtijd.

Toen ik in 1993 de gegraveerde stokken ('Bepaalde Maatstaven’) maakte, bouwde ik een grote tafel op barhoogte. De stokken lagen verspreid over de tafel (een tafel, geen bureau of werkbank, omdat een tafel meer raakvlakken heeft met het idee van dagelijks consumeren).

Het publiek kon doen, lezen, nadenken en debatteren met de stokken en de teksten daarop.

In 1999, toen ik werk in Londen tentoonstelde, wilde ik niet de gehele tafel op transport zetten, dus verschafte de conservator mij er eentje. Dat was een lage, ronde tafel en hij maakte een voetstuk voor me waarop ik de tafel kon plaatsen. Het bleek uiteindelijk te hoog voor sommige mensen, dus zette ik er een opstapje naast.

Sommige mensen klommen erop om op de tafel neer te kijken, anderen reikten omhoog. De tafel als object speelde hierbij een prominentere rol in de uitwisseling met de stokken en teksten. Ik besloot dat het vinden van een nieuwe tafel voor iedere nieuwe locatie bij het idee aansloot van de stokken die ingezet worden 'als middel om het nadenken over uitwisselen te stimuleren'. Zo wordt het werk een samenstelling van wat ik heb ingebracht en wat ter plaatse voor handen was.

Zie andere locaties voor Bepaalde Maatstaven.

De meeste teksten bevatten mijn interpretaties over het spirituele binnen het materiële, met enkele quotes uit de "Verborgen Woorden" van Bahá'u'lláh.
Deze oude schooltafel was exact de juiste keus voor de Oxford Cornmarket. Het was klein en dus niet intimiderend, en laag zodat de objecten gemakkelijk van een afstand gezien konden worden.



Ik zet de tafel telkens enkele uren neer en ging in de beurt zitten of staan om de mensen te observeren. De tijd nemend om te zien hoe de interactie tussen de inheemsen zou verlopen in reactie op mijn artefacten.

Omdat de tafel op straat stond en niet in een galerij, veranderde deze keer de focus op dit werk, van de tekst naar de stroom van mensen rond de tafel met artefacten. Het lezen en aanraken ervan werd enkel nog een deel van de interactie.

Het was fascinerend om te zien hoe de tafel de stroom voetgangers beïnvloedde. Het was als het kijken naar een serie van stills, freezes, die gedefinieerd werden door de interacties van uiteenlopende personen. Ieder individu maakte een serie van snelle beslissingen: wegdraaien, in het voorbijgaan kijken, stoppen en een stok omdraaien om de hele tekst te kunnen lezen, geïnteresseerd zijn in het werk of geërgerd raken door diegenen die stilstaan. Een vrouw kijkt vluchtig in het voorbij lopen, de man verandert van richting, en lijkt de tafel slechts vanuit zijn ooghoek op te merken.

Leiden en Oxford zijn museumsteden, elk met een etnografisch museum (in Leiden het Nationale Museum voor etnografie en in Oxford het Pitt Rivers Museum) die een verzameling artefacts bevatten samengesteld uit vele bronnen. Vooral het Pitt Rivers Museum staat bomvol met onderwerpen verzameld uit de hele wereld, bijeen gebracht zonder veel context en systematiek. Omdat ik zelf uit Nieuw-Zeeland kom, vond ik het vreemd om ingewikkeld Maori weefwerk en houtsnijwerk in vitrines te zien tezamen met objecten uit een heel andere culturen. Dit zette me aan het denken over de ontstaansgeschiedenis van verzamelen, als een onderdeel van het koloniale verleden.


Over het algemeen nam ik alleen waar, terwijl ik er een boek bij nam, zodat het niet zo duidelijk was dat ik keek en omdat het goed bleek te zijn daar te zitten en me er niet in te mengen.

Dus zelfs als er een politieauto of ambulance langs kwam, wachtte ik om te zien wat er gebeurde. Iedere keer weer reageerden mensen uit het voorbijgaand publiek door de tafel uit de weg te halen.

Mensen nemen de tijd om aan te raken en te lezen, en enkelen zochten me op met vragen en opmerkingen.






Iemand uit het publiek pakte voorzichtig de tafel op om het uit de weg te halen voor een passerende auto.

Op 4, 5 en 7 oktober legde ik acht stokken op de tafel. Dit was mijn 'Certain Measures' (‘Bepaalde Maatstaven’) werk, waarvan vijf stokken Nederlandse en drie Engelse teksten droegen.

Meer over "Certain Measures".

Op 17 oktober legde ik twaalf kleine, witte ballen op de tafel naast de aanwijzing: "Pak mijn zaadbolletjes op en maak mijn zinnen af."

Mensen pakten ze op, rammelden ze tegen elkaar (ze maakten een zacht geluid bij het rammelen) en lazen ze in zichzelf of voor aan anderen.




De Uitwisselingstafel, Cornmarket, Oxford,
17 oktober, 2002.



De Uitwisselingstafel, Cornmarket, Oxford, 17 oktober, 2002.

Ieder zelf gemaakte gipsen 'zaadje' rammelde en droeg een incomplete zin over zaken aangaande de wereldvrede en culturele verschillen.


De Uitwisselingstafel, Cornmarket, Oxford, 17 oktober, 2002.



De Uitwisselingstafel, Cornmarket, Oxford, 17 oktober, 2002.



Enkele voorbeelden van teksten waren:
"We can choose responses that are"
(vertaling: "We kunnen antwoorden kiezen, die")

"We should care about ourselves and our visions. My vision is"
(vertaling: "We moeten zorgen voor onszelf en onze zienswijzen. Mijn zienswijze is")

"War is culture, not nature because"
(vertaling: Oorlog is cultuur, geen natuur omdat)

"Take a fresh look at the 'enemy' without
(the letters are illegible around a point in the form) "
(vertaling: Richt een hernieuwde blik op de 'vijand' zonder (de volgende letters zijn op een punt onleesbaar))
Deze teksten stonden rondom de ballen, zodat ze gedraaid moesten worden om het te kunnen lezen en het eind van de zin weer eindigde bij het beginwoord van de zin of onderweg een ander woord ontmoette

Ik wilde het niet alleen speels maken maar ook suggereren dat ieder vervolgwoord, zoals bij het maken van keuzes, het kiezen voor een specifieke richting betekende.
Deze 'zaden' zijn al gebruikt bij een andere performance, "The Living Creature" die ik gemaakt heb voor een stadspark in Londen in 1999. Het onderwerp was daar beïnvloedt door andere werken van kunstenaars die al op die plaats aanwezig waren. Ik wilde mensen mijn gedachtegang laten volgen en het voor mij af laten maken, op een stuk papier.

Bestuurde ik hun gedachten, of gaf ik ze een optie of nieuwe kans?

De voorafgaande dag, was een kwart van de inhoud van mijn 'Readings' performance gecensureerd geweest. Mij werd toen opgelegd, wat ik wel en niet in het openbaar kon zeggen en dat gaf me een vieze smaak in mijn mond. Ik wist niet hoe ik hierop moest reageren.

Kolonisatie van Oxford per boot
18 oktober 2002, Cornmarket

Op 18 oktober vouwde ik papieren bootjes en stalde ze uit op Cornmarket. Ieder (vouw)blad was een pagina uit oude schoolboeken van mijn zonen. Zodoende droegen deze boten aanwijzingen in hoe je leert schrijven, en over de wereld in het Nederlands.



Boten en taal waren de overbrengers van kolonisatie, toen de Nederlanders wedijverden met de Engelsen in de 17e eeuw. De Engelsen wonnen op beide terreinen: ze hadden diepere havens. Gelukkig had ik voor mijn boten geen water nodig!

Deze performance trok een hoop vriendschappelijke interactie. Mensen konden zien wie de kunstenaar was en bleven me vragen wat ik aan het doen was. Ik vertelde hen dat ik Oxford koloniseerde per boot. De meesten van hen lachten.



Een passant vertelde me dat Oxford de stad is die het verst van de Engelse kust af ligt.





Trotse, kleine schepen varen de zee op om te plunderen, te ontdekken en om families en boerderijgereedschappen naar 'nieuwe Engelanden' of 'nieuwe Zeelanden' te brengen.

Foto van: Clare Carswell, U.K.

Foto van: Clare Carswell, U.K. A ship is not an inanimate object but a complex entity that is rarely depicted in isolation; by its very nature it is related to a large visible or implied whole. Not only are these ships some of the most complex products of 17th century engineering but their inherently human presence arouses our interest. They are pitted against the elements or against each other.

Text adapted from Cornelius Vroom: Marine and Landscape Artist, by George Keyes, 1975, p. 17

Een passant gaf het commentaar, dat de wegverharding waarop ik bezig was slechts een paar dagen oud was en dus pas net klaar om het door mij te laten 'koloniseren'.


Na de oorlog emigreerde mijn vader naar Nieuw-Zeeland. Hij verliet Rotterdam in 1951 aan boord van 'de Grote Beer' met 500 andere economische migranten, op weg naar het land van melk en honing.


VII      

I had forgotten the years, now wakened
By the creature that washed towards me.
Yet another ship passed, familiar sails stretched
Upon racks of wind, ropes taut against spars,
Enough to rip a man's hand trapped there,
Careless with rum, wistful for a shore
Of women. None of these things disturbed me
Then, not the commandments of braided
Officers, nor the sobbing of offenders
Tied naked to the mast, cold winds like gannets
Gathering at their flesh. For years I had known
These scenes, and I had fogotten the years -
Until it broke the waters, close
To my face, salt splash burning my eyes
Awake.

One section from the ten verse poem
"Turner" by David Dabydeen, 1994.

Dadydeen wrote that in 1840 J.M.W. Turner exhibited the painting, "Slavers Throwing Overboard the Dead and Dying" (commonly known as the "Slave Ship") and that Ruskin thought that 'Slave Ship' represented 'the noblest sea that Turner ever painted...'. Ruskin wrote a detailed account of the composition of the painting, dwelling on the genius with which Turner illuminated sea and sky in an intense and lurid splendour of colours. Its subject, the shackling and drowning of Africans was relegated to a footnote in Ruskin's essay. Dabydeen's poem focuses on the submerged head of the African in the foreground of Turner's painting. It had been drowned in Turner's sea for centuries. When it awakens it can only partially recall the sources of its life.
"...each moment...
Is but a quiet watershed,
Whence, equally, the seas of life and death are fed"
The Amazon and Orinoco basins are linked by the Casiquiare Canal, from whose highest point, if it could be detected, water presumably flows in two directions.

The geography of change begins
where change is barely visible,
a zone of shadow at the edge of night.

Between the shallow catchments
of the Amazon and Orinoco
the Casiquiare's natural canal
trembles on a watershed
where any breath
in the breathless spongy jungle
could start the balance.

A hair-line in the black water
from which the current slips away;
one particular period in which
the great Casiquiare begins to slide
over the watershed and down
to its several waiting mouths,

like the python that lies digesting
motionless its meal until,
at a certain critical level of repletion,
the eyelids rise and the great coils
begin to flow, beautifully,
to a certain end.

Some kind of change has occurred:
one hair, laid on the water, begins to drift
and the watcher thinks of the sea.

Humbolt and Bonplaud continued their journey on the river by canoe as far as the Orinoco. Following its course and that of the Casiquiare River they proved that the Casiquiare River formed a connection between the vast river systems of the Amazon and the Orinoco. For three months Humbolt and Bonplaud moved throught dense tropical forests tormented by clouds of mosquitos and stifled by the humid heat. Their provisions were soon destroyed by insects and rain; the lack of food finally drove them to subsist on ground-up wild Cacao beans and river water. Yet both travellers, buoyed up by the new and overwhelming impressions, remained in the best of spirits. (Encyclopaedia Brittanica.)



Foto van: Ann Rapstoff, U.K.
Achter mij is de Carfax kruising, het hart van Oxford, wat de locatie was voor de performance, die gecensureerd werd door de gemeenteraad van Oxford.

Olonising Oxford - (Voor)lezingen
19 oktober 2002, de Carfax kruising in Oxford


Van voor naar achter: De "Poets" groep met de "Narrators" groep ertegenover
terwijl het verkeerslicht op rood stond.

Deze performance was bedoeld te bestaan uit vier groepen vrijwilligers uit Oxford, die op stoelen zouden zitten op iedere hoek van de Carfax kruising; één groep aandachtig stillezend (“The Readers”), de tweede groep gedichten voordragend (“The Poets”), de derde groep lezend in proza (“The Narrators”) en de vierde onderling debatterend over enkele vragen in relatie tot taal en kolonisatie (“The Debators”). De auteurs gekozen voor de eerste drie groepen, kwamen uit landen met een Engels koloniaal verleden: Ben Okri, Toni Morrison, John Agard, Janet Frame, David Dabydeen, Margaret Atwood, Linton Kwesi Johnson, Catherine Obianuju Acholonu en anderen.

Hun werken zijn allemaal te vinden in boekhandels van Oxford, de openbare bibliotheek en bij mensen thuis.

De stillezers en disputanten zouden hun activiteiten ontplooiend het hele uur gezeten moeten blijven, terwijl ieder individu van de twee andere groepen ombeurten op zou staan om voor te lezen. Als de verkeerslichten op rood sprongen, stonden een ‘poëzievoordrager’ en een ‘prozaverteller’, op tegenover elkaar gelegen hoeken van de kruising, hardop te lezen. Zij stopten daar na ongeveer een minuut mee, als het verkeerslicht weer op groen sprong. "The Reader's" lezend op de hoek van St.-Aldate en High Street.



De "Narrators" terwijl het verkeerslicht
op rood staat.
Op deze manier werden de gedichten en verhalen in brokstukken, in fragmenten gehoord op de momenten dat stromen voetgangers overstaken. In zijn geheel zag ik dat het voor alle betrokkenen een effectief werkstuk was. In de poëziegroep waren twee lezers behoorlijk expressief in hun presentaties. Op de tegenoverliggende hoek, leken de prozavertellers op te gaan in een meditatief proces. De stillezers waren eenvoudigweg aanwezig, alsof ze zaten te lezen in hun woonkamers, en de muren waren verdwenen. De enige duidelijke reactie van het publiek was, dat één persoon in een stoel naast de prozavertellers, die leeg was gelaten, was gaan zitten, om zijn lunch op te eten.

Veel mensen stopten om de teksten op de leeggelaten disputantenstoelen te lezen (wat hieronder wordt uitgelegd). Enkele voetgangers stopten kort achter de groepen om te luisteren of om over hun schouders mee te kijken.

De lezingen waren alleen hoorbaar dicht bij de lezers, zodat de activiteiten op de andere hoeken te zien waren, maar niet te horen.

Carfax Kruising

>
High Street











>
De Narrators







<De Cornmarket


>
De lege stoelen van de disputanten.





<
De Readers



>
St.-Aldate




<
De Poets


Zoals je hierboven kunt zien, hinderden de groepen Oxford ingezetenen in stoelen het verkeer of de voetgangers niet.

Deze performance raakte bezoedeld door de censuur van May Wylie, de gemeenteraadsfunctionaris van het uitwisselingsprogramma. Ik mocht de titel ‘Kolonisatie van Oxford’ niet gebruiken, er werd geen publiciteit toegestaan voor dit werk, al het materiaal voor de lezingen moest aan haar ter goedkeuring worden voorgelegd en één groep deelnemers, de disputanten, werden niet toegelaten.

In plaats dus van de vier groepen, die ik in de zin had op iedere hoek van de Carfax kruising, zaten er slechts drie. Het resultaat: ik kon de goedgekeurde delen van mijn werk tentoonstellen, maar niet het linker been.

Mijn reactie op de aantasting was het symboliseren van de ‘verboden’ groep van disputanten met lege stoelen, waarvan elke stoel één van de vragen droeg, die niet bediscussieerd mochten worden.

Als een schilderij wordt verwijderd van een tentoonstelling door de censuurambtenaar, kan het elders opgehangen worden, maar een aangetaste performance kan niet hersteld worden, dus de titel kan zelfs terugziend enkel zijn: ‘Olonising Oxford’.


De "Narrators" groep met de lege
"Debators" stoelen laag aan de linkerkant.

Het was mijn bedoeling dat mensen, die in deze stoelen zouden zitten, onderling deze vragen zouden bediscussiëren zonder inmenging van het publiek.

Op de andere drie hoeken was het publiek immers ook enkel in staat fragmenten te horen van wat deze vrijwilligers vertelden, zonder dat ze er actief in konden participeren. De 'kolonisatie' werd alleen ondergaan door hen die in de stoelen zaten.

Het leek me beter de betreffende vragen op deze stoelen te leggen, dan de groep volledig te elimineren, maar het was geen adequate plaatsvervanging. Het zou een gehoorsbelevenis hebben moeten zijn van mensen die geconfronteerd worden met kolonisatie en taal, terwijl de geschreven vragen werden ervaren als verklaringen die aan het publiek gericht waren.

Over de schouders van de "Readers" kijkend met de Carfax toren op de achtergrond en de "Poets" groep links hiervan. Foto van: K. Sentance, U.K.

Diana Bell, de coördinator van de uitwisseling en May Wylie wilden mij het werk laten hernoemen in ‘Other Voices (andere stemmen)’. Zij zeiden dat een debat over kolonisatie aan zou zetten tot racistisch getinte rellen! Dat zulk werk het niet-politieke karakter van de uitwisseling tussen twee steden in gevaar zou brengen.

Het was duidelijk dat geen van hen begreep dat het ging om performance kunst, geen protest of community art project. Maar hun oordeel werd ondersteund door Maureen Christian, het gemeenteraadslid inzake cultuur.

De functionaris van kunst was er niet in gekend en hij kon geen invloed meer uitoefenen op het moment dat hij hoorde wat er aan de hand was.

Ironisch genoeg was ik juist vanwege mijn voorstel voor deze performance geaccepteerd voor de uitwisseling.

De "prozavertellers" terwijl het verkeerslicht op rood staat en Ibrahim in het Arabisch uit de Koran voorleest. De deelnemers waren uitgenodigd hun eigen werk te kiezen als hun moedertaal niet het Engels was.

Diana Bell maakte bezwaar tegen bepaalde gedichten en bepaalde auteurs zoals Salman Rushdie, en het sterkst ageerde ze tegen het optreden van niet-Engelstalige sprekers die in hun moedertaal zouden voorlezen. Ze zei zelfs, dat het een probleem zou opleveren, omdat “vooraanstaande personen uit Oxford het onverenigbaar zouden vinden.”
Het was me duidelijk dat zij het concept van mijn werk niet begreep, maar dat gaf niet, omdat het mijn werk was en niet het hare. Ik stond open voor input, omdat ik de inhoud van mijn werk in Oxford zelf wilde vinden. De vragen voor de disputanten en de te gebruiken teksten zouden uit mijn uitwisselingen met Oxford komen. Daarom vatte ik Diana’s kritiek meer op als advies, dan als instructie, en ik was blij dat ik met haar in discussie kon gaan en haar me kon laten beïnvloeden als deel van het geven en nemen dat in het kolonisatie thema gevat ligt.


Pas terwijl ik in Londen was, twee dagen voordat de performance gepland was, hoorde ik via een andere kunstenaar het nieuws, dat ze mijn performance afgelast had, zonder overleg met mij.

Haar e-mail vertelde me onder andere dat zij niet blij was met de link tussen kolonisatie en asielzoekers en vluchtelingen. Haar e-mail vervolgde met te zeggen dat de poëzievoordracht kon plaatsvinden, maar veel van de voordragers niet wilden lezen zonder enige voorbereiding.

"The Poets" groep.   Foto van: K. Sentance.

Dus nadat de performance een week was verschoven, dacht ik dat ik sommige van mijn vrijwilligers moest overtuigen van het feit dat ze geen gelikte performance hoefden te leveren.

Het punt was niet dat de auteurs in deze performance gepresenteerd zouden worden in een publieke lezing, zoals in het theater, maar dat de lezers de gekoloniseerde stem zouden verklanken.

Kolonisatie gaat meer om het proces dan om de vorm. Uiteindelijk bemerkte ik dat de vrijwilligers zich hier ook helemaal niet druk over gemaakt hadden.

Ik gebruikte andere talen in het werk en verwijzingen naar talen en kolonisatie in mijn vragen, maar ik refereerde niet aan asielzoekers.

De "Readers" op de hoek van St.-Aldate en High Street.

Op 15 oktober had ik een ontmoeting met May Wylie en Diana Bell. May Wylie maakte duidelijk dat mijn werk op geen enkele manier politiek mocht zijn. Ik was het met haar eens, maar dat was het ook niet.

Ik gebruikte het woord ‘kolonisatie’ als een medium, behandelde het esthetisch, het relaterend aan cultuur en taal en aan hedendaagse processen (zoals beschreven in koloniale literatuur, ook te vinden in de Oxfordse bibliotheken) en niet om historische ‘schuld’ te rechtvaardigen.

Er bleek uit de meeting dat het woord kolonisatie datgene
was wat-niet-genoemd-mag-worden.

De gesprekspartners wilden mij het werk laten hernoemen in ‘Other Voices (andere stemmen)’. Zij zeiden dat een debat over kolonisatie aan zou zetten tot racistisch getinte rellen! Dat zulk werk het niet-politieke karakter van de uitwisseling tussen twee steden in gevaar zou brengen.

Het ging om performance kunst, geen protest of community art project. Maar hun oordeel werd ondersteund door Maureen Christian, het gemeenteraadslid inzake cultuur.

De functionaris van kunst was er niet in gekend en hij kon geen invloed meer uitoefenen op het moment dat hij hoorde wat er aan de hand was.

Er werd beweerd dat het woord ‘kolonisatie’ negatief refereerde aan asielzoekers.

Het was alsof de wereld gescheiden is in twee delen; Engels en de ‘anders sprekenden’, welke laatsten allen onder de naam asielzoekers geschaard kunnen worden.

Mij werd verteld dat er een sterke weerstand leefde ten opzichte van het nabij gelegen asielzoekerscentrum, en ik dat als bezoeker niet zou begrijpen.

Om eerlijk te zijn tegen de Engelsen, er zijn ook rechts-radicale groepen in Nederland en ook in veel andere Europese landen, die interculturele relaties enkel zien in termen van ‘hun’ die ‘ons’ overnemen. Maar met het uitbannen van woorden los je geen problemen op: wat uitmaakt is hoe de woorden gebruikt worden.

Gemeenteraadslid Maureen Christian werd later geciteerd in ‘The Oxford Mail’ (krant) van 21 oktober, met de uitspraak: "We were concerned for her safety and we thought that this event might cause a breach of race relations. It would be like an Oxford artist going over to Holland and giving talks on how the Dutch were colonial. It has nothing to do with modern-day life."

(“We maakten ons zorgen om haar veiligheid en we dachten dat dit evenement een breuk zou kunnen veroorzaken in relaties tussen verschillende rassen. Het zou vergelijkbaar zijn met het bezoek van een kunstenaar uit Oxford aan Holland, die daar lezingen zou geven over hoe de Nederlanders waren als kolonisten. Dat heeft niets te maken met het moderne alledaagse leven.”)

De boeken van de boekhandels en openbare bibliotheek, geplaatst op het bureau van gemeenteraadslid voor uitwisselingszaken May Wylie, voor haar toestemming.

Omdat ik haar niet heb ontmoet, weet ik niet of ze verkeerd geïnformeerd is over het werk, of eenvoudig niet begreep dat dit een kunstproject was en geen lezing van mij.

Hoe dan ook, wat zij hier zegt, is in tegenspraak met haar verdere bewering, dat: "She has not been censored. It's just a silly place to do this." (“Haar werk is niet gecensureerd. Het is alleen een stomme, onverstandige plek om dit te doen.”)

Tijdens de bespreking op 15 oktober, stelde ik voor het werk onafhankelijk te doen. Maar mij werd verteld dat omdat ik in Oxford was en deel uitmaakte van de uitwisseling tussen twee steden, alles dat ik deed automatisch onder supervisie stond van de gemeenteraad. Het was tijdens deze bijeenkomst, dat me werd me verteld: geen gebruik te maken van de titel ‘Colonising Oxford’, geen publiciteit te maken voor het werk, al het voorleesmateriaal ter goedkeuring bij haar te brengen en dat ik niet kon beschikken over een groep disputanten.

Het zou ook moeilijk voor me zijn geworden om dit werk onafhankelijk te doen in de korte tijd dat ik in Oxford verbleef, daar Diana Bell ook mijn belangrijkste contactpersoon was inzake de Oxfordse kunstenaars, die ik als vrijwilligers nodig had. Een klein aantal zouden slechts bereid zijn tegen haar wensen in te gaan. Op maandag 14 oktober vertelde Diana Bell me, dat als ik de disputanten toevoegde ik niet de beschikking zou krijgen over de gemeenteraadsstoelen.

Het eindresultaat is, dat de gemeenteraadsfunctionaris van het uitwisselingsproject de inhoud van een kunstwerk van een bezoekend kunstenaar heeft gedicteerd. Nogal ironisch voor een stad die een beroemde debatclub, The Oxford Union, huisvest, en de naam heeft voor academische excellentie. Maar dat is universitair (academisch) en ik had te maken met de burgerij.

Voor democratische landen is het noodzaak speeches te controleren om smadelijke aantijgingen en aanzet tot haat te bestrijden, maar dat is legaal gebruik maken van verantwoordelijkheden nadat iets heeft plaatsgevonden, geen censuur vooraf. Bovendien wordt deze controle in andere landen afgehandeld door de rechtbank en niet door gemeenteraadsleden.

Ondanks dat ik tevreden was met hoe de herziene performance liep, bleef het bezoedeld door de censuur. Ik had hierdoor minder vrijwilligers en emotioneel voelde ik woede.
Ik vocht met mijzelf een interne strijd uit. Ik wist niet of ik het stil moest houden dat ik gecensureerd werd of niet: de publiciteit zoeken zou inhouden dat de politieke argumenten de poëtische atmosfeer van het werk konden gaan overschaduwen. Bovendien wilde ik toekomstige kunstenaars uitwisselingsprojecten niet in gevaar brengen. In eerste instantie ben ik een kunstenaar en is dit een kunstwerk. Ik wilde de publiciteit niet misbruiken enkel omdat ik slecht behandeld was.

Ik sprak met een aantal kunstenaars uit Oxford om uit te vinden hoe ik zou moeten reageren.

Een van hen maakte de opmerking dat zo de kriteria voor zulke kunstuitwisselingsprojecten op een amateuristisch niveau komen te liggen. Dat hielp me te realiseren dat ik met het zoeken naar publiciteit, ik de professionaliteit van de kunstenaars in Oxford niet aan zou tasten.

Iedere professionele kunstenaar die deelneemt aan toekomstige uitwisselingen met Oxford moet op de hoogte zijn van de heersende voorwaarden. Als ik geweten had dat mijn werk door non-professionals beoordeeld zou worden, zou ik niet gegaan zijn.

Hier is het laatste deel van mijn persbericht, gestuurd op vrijdag 18 oktober.

“…Haar werd door de gemeenteraad verteld dat enige discussie aangaande kolonialisme omstreden is. De vraag is echter, hoe de gemeenteraad zo’n discussie zou willen voorkomen, of mw. Kerkhoff ervan zou kunnen weerhouden dit deel van een publiek kunstwerk te maken, waarin zij de metaforische mogelijkheden onderzoekt van ‘kolonisatie’ en de keerzijde daarvan (het fenomeen uit sterke literaire werken uit gekoloniseerde landen, vanuit de recente geschiedenis van de Booker prize bekend als ‘The Empire strikes back’).

Zij was tenslotte niet aangesteld door de gemeenteraad en bovendien is het niet aannemelijk dat haar vier kleine groepen: de stillezers, de poëzievoordragers, de prozavoorlezers en de disputanten het verkeer zullen hinderen, omdat ze op strategische punten rond de kruizing worden gesitueerd…

Mw. Kerkhoff zegt het te betreuren dat het tumult de attentie heeft verlegd naar het punt van censuur, terwijl de performance over openheid en wederzijdse invloeden door andere culturen en literatuur zou moeten gaan. Haar teksten zijn, zoals zij aangeeft, gevonden in de boekhandels en bibliotheken in Oxford: de ‘kolonisatie’ invloeden zijn hier dus al – maar de openheid blijkbaar nog niet.

Voorpagina van de Oxford Mail, 21 oktober 2002
Het artikel van Roseena Parveen hieronder.

In reactie op het persbericht was er de avond voor de performance een radio-interview tussen een kunstenaar uit Oxford en May Wylie. De gemeenteraadsfunctionaris beweerde dat dit geen kwestie was van censuur, maar van verkeersveiligheid en dat mij een andere locatie was aangeboden.

Op maandag na de performance, bracht de Oxford Mail een voorpagina artikel uit met de kop: “Gemeenteraad bant Nederlandse kunstenares: uit angst voor onlusten en uit veiligheid van de bezoekster.” Het was hooglijk onzorgvuldig, ondermeer bewerend dat ik in onmin zou leven met andere Leidense kunstenaars, dat de relatie tussen de steden hiermee op de proef was gesteld en dat de uitwisselingsgemeenschap onderling verdeeld was geraakt. Niets hiervan was de waarheid, maar de Oxford Mail weigerde mijn correcties op te nemen, die ik in een brief naar de editor had gestuurd:

OXFORD Twinning Society was plunged into controversy over the weekend when Oxford City Council banned an artist they had invited from Holland to perform.

Sonja Kerkhoff was among six artists from Leiden in the Netherlands who were invited on an exchange visit to Oxford.
But relations with the Dutch city were tested when a closer look at her work raised concern among city council officers who banned her performing at Carfax over the weekend.
Ms Kerkhoff said she felt the ban had infringed her civil liberties and right to express herself.

Colonisation
The city council said her work, which focuses on England's history as a colonial power, could provoke public unrest. But it claimed that the main reason for banning the performance planned on Saturday was for Ms Kerkhoff's own saftey.
The work, entitled Colonising Oxford - readings, involved groups of people being stationed around different parts of the Carfax traffic lights junction with Cornmarket Street, High Street and Queen Street. Each person would, when the lights turned red, read a piece of literature in English by an author from a former colony.
Maureen Christian, a city councillor and member of the twinning society, said: "She wants to put people right at the traffic lights. People are already frightfully irate around there. It's a very busy corner."
"We were concerned for her saftey and we thought this might cause a breach of race relations.
It would be like an Oxford artist going over to Holland and giving talks on how the Dutch were colonial. It has nothing to do with modern-day life. "She has not been censored. It's just a silly place to do this. We have suggested alternative venues such as Gloucester Green but it was not good enough for her."
Ms Kerkhoff said that speakers would have been positioned so as not to affect traffic in the area.
She had considered going ahead with her performance despite the ban, but changed her mind at the last minute.
She said: "This has been about concerns that my work might damage the name of the council.
The whole piece was aobut local individuals looking at the issues of colonisation. I am not presenting it as something good or bad. It is not enticing antagonism, but brings back the (page 3) colonised voice to Oxford. I am a responsible person. I think the council was misinformed about the nature of the piece."
Mrs Christian said the row would not sour relations between the twinned cities because the other artists agreed with the council.
She said: "The artists from Leiden are not upset. In fact, they are on the side of the council. Ms Kerkhoff has gone round other people giving a one-sided view.
Unfortunately, she seems to be at odds with the other Leiden artists."
Leiden is one of five cities twinned with Oxford - the others are Bonn in Germany, Leon in Nicaragua, Grenoble is France, and Perm in Russia - and the twinning society works to develop relations between the communities.
roseena.parveen@nqo.com

Olonising Oxford

Ik zou graag enkele rectificaties willen maken, op beweringen die maandag op de voorpagina van de Oxford Mail zijn verschenen. (Gemeenteraad bant Nederlandse kunstenares)

Ten eerste beweert het artikel dat de gemeenteraad de performance heeft geweigerd en dat het niet heeft plaatsgevonden, maar dat deed het wel. Gemeenteraadsfunctionaris Maureen Christian’s bezorgdheid aangaande de risico’s voor veiligheid en rassenrelaties, die door het lezen van poëzie en publiekelijk debatteren over literatuur zouden ontstaan, bleek ongegrond.

Het werk werd echter uitgevoerd in gecensureerde vorm, omdat May Wylie de uitwisselingsgemeenteraadsfunctionaris verordonneerde dat ik de geplande groep van disputanten niet mocht gebruiken op Cornmarket. In plaats daarvan printte ik de vragen waarover niet gediscussieerd mocht worden uit op papier, en legde deze op lege stoelen.

Ten tweede beweert het artikel dat ‘de relatie met de Nederlandse stad op de proef werd gesteld’, maar ik heb niet de geringste aanwijzing voor het feit dat ook maar iemand in Nederland van deze kwestie af wist. En ik heb de andere Nederlandse kunstenaars, die in Oxford waren om kunstwerken te maken, er niet in betrokken. Het zou niet van professionaliteit getuigen om hen mee te trekken in deze politiek getinte waanzin.

Ten derde zegt het artikel dat mij alternatieve locaties werden geboden. Dit is niet waar. May Wylie heeft alleen gesuggereerd, dat mijn werk iets voor Hyde Park zou kunnen zijn. Een uitstekende locatie, maar de link met Oxford ontbreekt er ietwat.

Ten vierde was de uitwisselingsgemeenschap er op geen enkele manier bij betrokken. Hun werk ter promotie van de uitwisselingssteden wordt bijzonder gewaardeerd. De beslissing werd gemaakt door May Wylie, die er ook op stond vooraf alle literatuur te lezen ter goedkeuring. Dat waren gedichten en prozastukken van niet-Engels sprekende auteurs zoals: Janet Frame, Ben Okri, Margaret Atwood, John Agard en Toni Morrison. De performance ging over wederzijdse invloeden van andere culturen en literatuur.

Ik vond mijn vragen en teksten in de straten, winkels en bibliotheken van Oxford. May Wylie verordonneerde ook dat ik het woord ‘kolonisatie’ niet mocht gebruiken in de titel van de performance. Haar wens in acht nemend noemde ik het ‘Olonising Oxford.’

Deze hele affaire is een storm in een glas water. Het zou echter aan te raden zijn om in toekomstige uitwisselingen tussen steden, de vragen in relatie tot de artistieke inhoud te laten vallen onder de gemeenteraadsfunctionaris aangaande kunstzaken.

Professionele kunstenaars komen niet naar Oxford in een uitwisselingsprogramma tussen steden, in de omstandigheid dat de uitwisselingsfunctionaris de inhoud van hun werk aan censuur onderwerpt.

Op de volgende vrijdag publiceerde de Oxford Mail echter wel twee ondersteunende brieven onder de kop: “Gemeenteraad moet vragen zetten bij het censureren
van kunstenaars.”


Jo Stannard schreef: "De performance was een weldoordacht onderzoek naar het Engels als een wereldtaal, en het vond plaats op een symbolische lokatie, het cenraal gelegen kruispunt van deze universiteitsstad. Ondanks dat het wat leden uit het publiek verbijsterd zal hebben, was het duidelijk niet bedoeld om onrust uit te lokken of het verkeer te ontwrichten, zoals achteraf werd beweerd...
...en als ze controle willen uitoefenen op de artistieke inhoud, dan hadden ze dat bij voorbaat formeel moeten verklaren."



"The Poets" groep.
Helen Ganly schreef: "Veronica Quilligan, de gerenommeerde Ierse actrice, las gedichten van Paula Meehan en passages van James Joyce, en ze vond het erg plezierig deel te kunnen nemen in iets dat een achtenswaardig en symbolisch werk bewees te zijn, zoals iedereen die Carfax passeerde op zaterdagmorgen zal beamen…

Misschien zou de functionaris voor kunstontwikkeling, die daartoe gekozen is door de gemeenteraad, in de toekomst gevraagd moeten worden dit soort onderzoeken te leiden. Hij heeft verstand van de hedendaags beoefende kunst…”

Dit zijn de vragen die op de lege stoelen waren neergelegd, gedurende de performance.

Is Oxford gekoloniseerd geweest?

Taal is een vorm van kolonisatie. Zou Oxford het stichten van tweetalige scholen in sommige wijken in overweging nemen?

De lege "debaters" stoelen,
elk met een vraag er op geplaatst.

In hoeverre zijn de Nederlanders verantwoordelijk voor de geschiedenis van de apartheid? In hoeverre zijn de Engelsen verantwoordelijk? Zouden de Nederlanders en/of de Engelsen moeten bijdragen aan de wederopbouw van de Zuid-Afrikaanse economie of actief moeten helpen de oorspronkelijke cultuur weer te herstellen, omdat zij ooit de kolonisten zijn geweest?

Nadat Engeland gekoloniseerd was geweest door de Noormannen, werd het Frans drie eeuwen lang gebruikt als taal van de upper-ten, en de oud Engelse taal van voor de invasie verdween als levende taal. Wanneer houdt het verleden op ‘ons verlies’ of ‘onze overwinning’ te zijn en begint het enkel ‘onze geschiedenis’ te worden?

Bediscussieer het voorstel: virtuele kolonisatie via het world wide web (internet) zal meer effect sorteren in het terugbrengen van het aantal verschillende talen dan de daadwerkelijke kolonisatie deed.
Postscript
Op 22 oktober ontving ik het volgende bericht van gemeenteraadslid Craig Simmons. Ik betreurde het, net als andere raadsleden van de Oxfordse groene partij, te vernemen hoe u behandeld was gedurende uw recente verblijf in onze stad.

Wij waren het NIET eens met de gemeenteraadsbeslissing uw werk in de ban te doen. Als u terug zou willen keren om weer in Oxford te performen, zullen we u met genoegen alle medewerking verlenen.



the medium
art by catagory

c.v.
last things first